Wat betekenen de verkiezingen voor werk, werving en de uitzendbranche?

Wat betekenen de verkiezingen voor werk, werving en de uitzendbranche?

Verkiezingen lijken soms ver weg van de dagelijkse praktijk van werkgevers, intermediairs en recruiters. Maar elke beleidskeuze over arbeid raakt de manier waarop wij werken, werven en waarde creëren. Of het nu gaat om loonkosten, ZZP-regels of scholing, de contouren van de arbeidsmarkt van morgen worden vandaag in de verkiezingsprogramma’s vastgelegd.

Daarom hebben we gekeken naar de plannen van alle grote partijen, en naar wat het Centraal Planbureau (CPB) daarover doorrekent in Keuzes in Kaart 2027–2030. Niet om politiek te bedrijven, maar om inzicht te geven: wat betekenen deze plannen voor de uitzendbranche, voor werving en selectie, en voor de mensen die dagelijks het verschil maken op de arbeidsmarkt?

Een veranderende visie op werk

De rode draad door bijna alle programma’s is duidelijk: Nederland wil naar meer zekerheid in werk, minder verschillen tussen contractvormen en meer ontwikkeling tijdens de loopbaan. Maar hoe dat moet gebeuren, daar lopen de visies uiteen. De tijd dat “vast” goed en “flex” slecht was, lijkt voorbij. Partijen zoeken naar manieren om duurzaam werk te organiseren: werk dat past bij iemands leven, talent en behoefte aan zekerheid.

Tegelijkertijd is de realiteit hardnekkig. De arbeidsmarkt is krap, de regels complex, en werkgevers willen ruimte om in te spelen op pieken en projecten. De spanning tussen zekerheid en wendbaarheid is daarmee nog altijd het hart van het politieke debat.

Flexibiliteit onder druk, of juist in transitie?

De meeste partijen zijn het erover eens dat de uitzendmarkt en flexibele arbeid te groot en te versnipperd zijn geworden. Er moet meer balans komen tussen vaste en tijdelijke contracten. Maar die balans betekent voor iedereen iets anders.

  • GroenLinks–PvdA, ChristenUnie en SP kiezen voor meer bescherming: hogere lonen, minder tijdelijke contracten en verplichte inlenersverhoudingen.
  • VVD, NSC en BBB benadrukken juist de noodzaak van flexibiliteit, vooral voor MKB en seizoenssectoren.
  • CDA en Volt zoeken het midden: één helder stelsel waarin vast en flexibel beter op elkaar aansluiten.
  • SGP en JA21 pleiten voor eenvoud: minder regels, minder lasten en meer ruimte voor kortdurende inzet.

Achter deze verschillen zit één gedeelde overtuiging: de uitzendbranche blijft bestaan, maar moet professioneler, transparanter en kwalitatiever worden. Voor de sector betekent dat een verschuiving van volume naar waarde: niet het aantal contracten telt, maar de kwaliteit van plaatsing, begeleiding en ontwikkeling.

Wat het CPB daarover zegt

Het CPB berekent geen regels, maar effecten. En die effecten vertellen een interessant verhaal.

Partijen die de arbeidsmarkt strakker willen reguleren (zoals GL–PvdA en SP) verbeteren de inkomenszekerheid van werkenden, maar zien in de modellen een lichte daling van de werkgelegenheid. Partijen die juist ruimte laten voor flex (zoals VVD en BBB) behouden de werkgelegenheid, maar met grotere inkomensverschillen tussen vast en tijdelijk werk.

Tussen die uitersten bewegen de meeste partijen: meer bescherming waar nodig, meer wendbaarheid waar mogelijk. Voor de uitzendbranche is dat niet per se slecht nieuws. Het betekent dat flexibele arbeid niet verdwijnt, maar evolueert, naar een stelsel waarin bemiddeling, begeleiding en professionaliteit het verschil maken.

De ZZP-discussie: vrijheid of zekerheid?

Ook over zelfstandigheid zijn de tegenstellingen groot. De kern van het debat is niet of iemand ZZP’er mag zijn, maar of de grens tussen ondernemen en verkapt werknemerschap nog houdbaar is. Veel partijen vinden van niet.

  • GL–PvdA, CU en SP willen strengere criteria voor schijnzelfstandigheid en verplicht verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid.
  • VVD, BBB en SGP willen handhaven waar misbruik is, maar ruimte laten voor échte ondernemers.
  • NSC stelt een neutrale fiscale behandeling voor: gelijke rechten én gelijke lasten.
  • Volt en PvdD leggen de nadruk op gelijke basiszekerheid voor iedereen die werkt.

Het CPB rekent voor dat gelijkschakeling van lasten en premies de overheidsinkomsten vergroot, maar ook kan leiden tot hogere arbeidskosten en minder opdrachten in de freelance-markt. De boodschap voor bemiddelaars is helder: de ZZP-markt wordt volwassen. Wie inzet op transparantie, juiste kwalificaties en goede begeleiding, blijft relevant, juist in een strenger gereguleerd speelveld.

Lonen, loonkosten en koopkracht

Een van de meest zichtbare verkiezingsthema’s is het minimumloon. Bijna alle partijen willen het verhogen, maar niet allemaal evenveel of op dezelfde manier.

  • GL–PvdA, SP en CU kiezen voor een forse stijging van het minimumloon (tot 15%).
  • NSC, CDA en Volt kiezen voor een gematigde groei.
  • VVD, BBB en JA21 willen het minimumloon koppelen aan productiviteitsgroei en de druk op MKB beperken.

Het CPB laat zien dat een hoger minimumloon koopkracht verbetert, maar ook werkgelegenheid aan de onderkant kan beperken en arbeidskosten verhoogt. Voor intermediairs in de administratieve en commerciële dienstverlening betekent dat:

  • marges worden kleiner,
  • kostprijzen stijgen,
  • maar de waarde van goede matching en duurzame inzetbaarheid groeit.

Een markt waarin werk schaarser en duurder wordt, vraagt om betere selectie, niet om meer mensen, maar om de juiste mensen op de juiste plek.

Krapte en arbeidsmigratie

Vrijwel elke partij erkent dat structurele krapte een van de grootste uitdagingen van deze tijd is. Toch verschillen de visies over de rol van arbeidsmigratie.

  • VVD, NSC en BBB willen meer grip: betere huisvesting, strengere selectie en minder instroom in laagbetaalde sectoren.
  • GL–PvdA, Volt en D66 pleiten voor Europese afstemming en gereguleerde instroom, gekoppeld aan fatsoenlijke voorwaarden.
  • PVV en JA21 kiezen voor beperking van arbeidsmigratie als arbeidsmarktinstrument.

Voor de flexbranche betekent dit: de tijd van kwantitatieve flexibiliteit, snel veel mensen plaatsen, loopt af. De toekomst ligt in kwalitatieve bemiddeling: opleiden, huisvesten, begeleiden en behouden van internationale werknemers als volwaardige collega’s.

Scholing en ontwikkeling

Bijna alle partijen spreken over een leven lang ontwikkelen, maar de manier waarop verschilt.

  • NSC, CDA en BBB willen fiscale stimulansen voor scholing via werkgevers.
  • GL–PvdA, CU en Volt zien scholing als publiek recht, met individuele leerbudgetten.
  • VVD en JA21 leggen de nadruk op sectorale afspraken en private opleiders.

Het CPB rekent door dat investeringen in scholing pas op lange termijn renderen,
 maar wel leiden tot hogere arbeidsparticipatie en productiviteit. Voor intermediairs betekent dat: opleiden wordt geen randvoorwaarde meer, maar een kern van de dienstverlening. Wie ontwikkeling meeneemt in de propositie, via leerwerktrajecten of coaching, versterkt zijn concurrentiepositie en maatschappelijke waarde.

Werkgeverslasten en de ‘wig’

De klassieke zorg van werkgevers blijft: wat kost arbeid?

Sommige partijen (zoals GL–PvdA en CU) verhogen de lasten op kapitaal en vermogen,
 om de lasten op arbeid deels te verlagen. Anderen (VVD, BBB, JA21) doen juist het omgekeerde: lagere lasten voor werkgevers, minder herverdeling via belasting.

Volgens het CPB zijn de verschillen in koopkracht aanzienlijk, maar blijft de gemiddelde werkgelegenheid relatief stabiel.

Dat betekent: er verandert veel in de verdeling van lasten, maar weinig in het totaal aantal banen. De echte verschuiving zit in de kwaliteit van werkrelaties,
 minder transacties, meer partnerschappen.

De CPB-doorrekening in één zin

Het CPB samenvattend: Werk wordt iets duurder, zekerheid iets groter, en de ruimte voor klassieke flex iets kleiner.Voor uitzend- en wervingsbureaus betekent dat:

  • meer nadruk op kwaliteit, certificering en begeleiding,
  • minder ruimte voor kortcyclische inzet zonder ontwikkelcomponent,
  • en een grotere vraag naar advies en compliance-kennis.

De arbeidsmarkt verschuift van doen naar duiden: van CV’s schuiven naar werktoekomst bouwen.

Wat dit betekent voor ons en voor de sector

De administratieve en specialistische arbeidsmarkt staat aan de vooravond van een structurele verandering. De komende kabinetsperiode zal minder draaien om aantallen plaatsingen, en meer om duurzaamheid, kwaliteit en vertrouwen.

Voor ons zien we drie rode draden:

  1. Kennis wordt onderscheidend: Wie begrijpt hoe wet- en regelgeving zich vertaalt naar contracten, functies en tarieven, biedt meerwaarde in een complexer speelveld.
  2. Ontwikkeling wordt strategisch: Opleiden, begeleiden en behouden zijn niet langer “extra’s”, maar bepalende succesfactoren.
  3. Verbinding blijft de kern: De essentie van goed bemiddelen verandert niet:
     mensen helpen groeien in werk dat bij hen past. Alleen de context wordt slimmer, digitaler en veeleisender.

Tot slot

De komende verkiezingen gaan niet alleen over koopkracht en klimaat, maar ook over de toekomst van werk. Over hoe we omgaan met zekerheid, vrijheid, talent en inzetbaarheid. De keuzes die partijen nu maken, bepalen straks hoe werkgevers kunnen groeien, hoe intermediairs kunnen bemiddelen, en hoe werkenden zich kunnen ontwikkelen.

Bij The AdminPeople volgen we die ontwikkelingen met belangstelling. Als er interesse is vanuit opdrachtgevers, HR-professionals of collega-bureaus, werken we deze analyse graag verder uit tot een verdiepende sessie of rapportage.

Neem gerust contact met ons op

Heb je vragen, opmerkingen, of wil je weten hoe wij uw organisatie verder kunnen helpen? Vul het formulier in of bel ons op 0348-490006 voor meer informatie of om een vrijblijvende, persoonlijke afspraak te maken.

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Recente kennisartikelen

Nieuwe cao voor uitzendkrachten per 2026: dit verandert er voor bureaus en inleners

Vanaf 1 januari 2026 krijgen uitzendkrachten recht op minimaal gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als medewerkers in vaste dienst bij de inlener. Deze wijziging, vastgelegd in de...
Lees meer

Transparantie in beloning wordt wettelijk verplicht: dit moeten werkgevers weten 

Deadline nadert: loonkloof dichten wordt verplicht  De Nederlandse overheid werkt aan een wet om de EU-richtlijn loontransparantie te implementeren. Deze wet moet uiterlijk op...
Lees meer

Prinsjesdag 2025: Wat betekenen de plannen voor HR, flexwerk en zzp? 

Hoewel Prinsjesdag 2025 weinig grote beleidsveranderingen bracht, zijn er wel degelijk aanpassingen die impact hebben op de dagelijkse HR-praktijk. Voor organisaties die werken met...
Lees meer