Tweede Kamer pleit voor ‘zachte landing’ bij handhaving op schijnzelfstandigheid: wat betekent dit voor zzp’ers en opdrachtgevers?
Tweede Kamer pleit voor ‘zachte landing’ bij handhaving op schijnzelfstandigheid: wat betekent dit voor zzp’ers en opdrachtgevers?
In een recent debat in de Tweede Kamer werd opgeroepen tot een ‘zachte landing’ bij de handhaving op schijnzelfstandigheid. Vooral partijen zoals VVD, NSC, D66 en SGP uitten zorgen over de impact van de huidige plannen op zelfstandige ondernemers en hun opdrachtgevers. Het kabinet heeft inmiddels aangegeven open te staan voor aanpassingen en ondersteunt het idee van een gefaseerde en risicogerichte aanpak. In dit blog lees je wat deze ontwikkelingen betekenen voor zzp’ers en opdrachtgevers.
Onrust onder zzp’ers en opdrachtgevers
De voortdurende onzekerheid over de handhaving zorgt voor onrust bij zowel zzp’ers als hun opdrachtgevers. Thierry Aartsen (VVD) benadrukte in het debat dat veel échte zelfstandigen het risico lopen opdrachten te verliezen door de onduidelijkheid. Hij riep de Belastingdienst op om haar handhavingsbeleid te richten op evidente misstanden, zoals schijnzelfstandigheid, onderbetaling en arbeidsmigratieconstructies. Het kabinet wordt aangespoord om eerst de échte problemen aan te pakken, in plaats van een rigide beleid te voeren dat zelfstandigen onnodig in de problemen brengt.
Risicogerichte handhaving als oplossing
Om de onrust te verminderen, hebben verschillende partijen een motie ingediend om de handhavingsstrategie van de Belastingdienst aan te passen. Het voorstel is om de handhaving te richten op situaties waarin schijnzelfstandigheid overduidelijk is, zoals bij gedwongen zelfstandigheid of wanneer zelfstandigen onderbetaald worden. In minder duidelijke gevallen moet de Belastingdienst eerst een waarschuwing geven en rekening houden met de menselijke maat.
Deze motie sluit aan bij eerdere kritiek vanuit de Tweede Kamer, waarin werd opgeroepen om meer rekening te houden met de praktijk. Vooral de coalitiepartijen benadrukten dat een rigide aanpak alleen maar tot meer onzekerheid zou leiden. Kamerlid Rikkers van de BBB bekritiseerde daarnaast de inconsistentie tussen de Webmodule en de online ondernemerscheck en vroeg om een eenduidig toetsingskader dat vóór 1 november beschikbaar moet zijn.
Openheid vanuit het kabinet: ruimte voor aanpassingen
Hoewel het kabinet eerder weinig ruimte leek te bieden voor aanpassingen in de handhaving, heeft staatssecretaris Idsinga van Financiën nu aangegeven open te staan voor een meer risicogerichte aanpak. Ook wil hij zorgen voor betere informatievoorziening voor zowel zzp’ers als opdrachtgevers. Daarnaast werkt het kabinet aan een openbaar afwegingskader dat door de Rijksoverheid wordt gehanteerd om meer transparantie te bieden over de beoordeling van arbeidsrelaties.
Splitsing van de Wet VBAR: een mogelijke versnelling
Naast de discussie over handhaving is er ook aandacht voor de Wet VBAR (Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden). Van Oostenbruggen (NSC), samen met VVD en SGP, pleit voor het splitsen van deze wet, zodat het onderdeel over het rechtsvermoeden sneller behandeld kan worden. Dit deel van de wet zou zelfstandigen die onder een bepaald tarief werken (zoals het eerder voorgestelde bedrag van 33 euro per uur) sneller toegang geven tot werknemersrechten. De bredere beoordeling van de arbeidsrelatie kan dan later behandeld worden. Deze splitsing zou de wet sneller van kracht kunnen laten worden en zo meer duidelijkheid bieden voor zelfstandigen in kwetsbare posities.
Conclusie: een gebalanceerde benadering in het zzp-dossier
De Tweede Kamer lijkt vastberaden om te pleiten voor een gefaseerde, risicogerichte handhaving op schijnzelfstandigheid. De focus ligt op het beschermen van zelfstandigen tegen onnodige risico’s, terwijl tegelijkertijd de aanpak van echte misstanden niet uit het oog wordt verloren. Dit toont een verschuiving in het politieke klimaat naar een meer gebalanceerde en pragmatische benadering van de zzp-regelgeving.
Wat betekent dit voor jou als zzp’er of opdrachtgever?
Deze ontwikkelingen kunnen betekenen dat de handhaving vanaf 2025 minder streng en rigide zal zijn dan aanvankelijk werd gevreesd. Het is echter belangrijk om je goed te informeren en waar mogelijk gebruik te maken van de beschikbare tools en informatie om te zorgen dat je arbeidsrelatie voldoet aan de regels. Blijf op de hoogte van eventuele veranderingen in de Wet VBAR en de richtlijnen van de Belastingdienst.
Noot: Van Oostenbruggen (NSC) lijkt zijn zin te krijgen. Hij verzet zich tegen het kabinetsplan om modelovereenkomsten uit te faseren, en dit plan lijkt nu van de baan te zijn – alleen de Belastingdienst moet nog akkoord gaan.
Bron: Flexnieuws, september 2024
Neem gerust contact met ons op
Heb je vragen, opmerkingen, of wil je weten hoe wij uw organisatie verder kunnen helpen? Vul het formulier in of bel ons op 0348-490006 voor meer informatie of om een vrijblijvende, persoonlijke afspraak te maken.