Wat betekent de uitspraken over de Wet DBA voor jou?
Wat betekent de uitspraken over de Wet DBA voor jou?
De Rechtbank Rotterdam heeft in maart een belangrijke uitspraak gedaan die aansluit op het ‘Uber’-arrest van de Hoge Raad. De kern? Niet alleen de gemaakte afspraken tellen bij het bepalen van een dienstverband, maar ook hoe de samenwerking in de praktijk wordt ingevuld. Dit onderstreept dat het vaststellen van een arbeidsrelatie maatwerk blijft en per situatie beoordeeld moet worden.
Terugblik: De geschiedenis van de Wet DBA en ZZP-regelgeving
De regelgeving rondom ZZP’ers en de Wet DBA is al jaren een onderwerp van discussie. In 2016 werd de Wet DBA ingevoerd als vervanging van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR), met als doel schijnzelfstandigheid beter aan te pakken. De implementatie van de Wet DBA verliep echter moeizaam, wat leidde tot veel onzekerheid onder opdrachtgevers en zelfstandigen.
Om deze reden werd in 2018 een handhavingsmoratorium ingesteld, waardoor de Belastingdienst slechts beperkt kon optreden tegen schijnzelfstandigheid, tenzij er sprake was van kwaadwillendheid. Dit moratorium wordt per 1 januari 2025 volledig afgeschaft, wat betekent dat de Belastingdienst weer handhavend kan optreden. Tegelijkertijd werkt de overheid aan nieuwe wetgeving, zoals de Wet VBAR (Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden), die verdere verduidelijking moet geven over de kwalificatie van arbeidsrelaties.
Voor een gedetailleerde uitleg van het toetsingskader Wet DBA en hoe je dit kunt gebruiken bij de beoordeling van arbeidsrelaties, verwijzen we je naar het toetsingskader Wet DBA van de belastingdienst.
Het ‘Uber’-arrest van de Hoge Raad
In februari oordeelde de Hoge Raad in de zaak van Uber dat niet alleen de contractuele afspraken tussen partijen doorslaggevend zijn bij de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. De praktijk van de samenwerking is net zo belangrijk. Een opvallende toevoeging was dat ondernemerschap als volwaardig criterium mag worden meegewogen naast andere factoren zoals gezagsverhouding en persoonlijke arbeid. Dit betekent dat als iemand zich duidelijk als ondernemer gedraagt, dit invloed heeft op de beoordeling, zelfs als er ook argumenten zijn die wijzen op een dienstverband.
Rechtbank Rotterdam: Hoe ondernemerschap de doorslag gaf
Recent moest de Rechtbank Rotterdam oordelen over een bedrijfsleider van een pannenkoekenrestaurant die een transitievergoeding eiste. De rechter bekeek diverse factoren:
- Had de bedrijfsleider controle over zijn werktijden en werkzaamheden?
- Was hij herkenbaar als ondernemer (facturatie, verzekering, geen loonstroken)
- Was er sprake van een gezagsverhouding of werkte hij zelfstandig?
Hoewel bepaalde aspecten wezen op een dienstverband – zoals het dragen van bedrijfskleding en werken volgens de instructies van het restaurant – woog het ondernemerschap uiteindelijk zwaarder. De bedrijfsleider factureerde zelfstandig, had een beroepsaansprakelijkheidsverzekering en werkte regelmatig voor andere opdrachtgevers. De rechter oordeelde dan ook dat er geen sprake was van een arbeidsovereenkomst.
Wat betekent dit voor jou?
Deze uitspraak bevestigt dat er geen standaardformule is om te bepalen of een ZZP-constructie houdbaar is. Elk geval wordt afzonderlijk beoordeeld, waarbij rechters meerdere criteria wegen. Wat nu juridisch standhoudt, kan in de toekomst veranderen. Daarom is het cruciaal om:
- Regelmatig te controleren of een ZZP’er meerdere opdrachtgevers heeft of (onbedoeld) exclusief voor u werkt.
- Te beoordelen of hij zich als ondernemer gedraagt of feitelijk als werknemer functioneert.
- Samenwerkingen goed te documenteren en relevante jurisprudentie bij te houden.
Vooruitblik: Zelfstandigenwet als mogelijke opvolger
De discussie rondom de Wet DBA blijft volop in beweging. Begin april 2025 presenteerden VVD, D66, CDA en SGP een initiatiefwetsvoorstel: de Zelfstandigenwet. Deze wet introduceert het principe “ondernemer, tenzij” – een omkering van de huidige benadering. In plaats van het vermoeden van werknemerschap, gaat men uit van ondernemerschap, tenzij uit toetsing anders blijkt.
De voorgestelde wet bevat drie duidelijke toetsen:
- Zelfstandigentoets: beoordeelt of iemand daadwerkelijk als ondernemer werkt.
- Werkrelatietoets: onderzoekt de aard van de samenwerking.
- Sectoraal rechtsvermoeden: maakt het mogelijk om binnen risicosectoren aanvullende afspraken te maken.
Het doel van dit wetsvoorstel is om meer duidelijkheid en rechtszekerheid te bieden aan zowel opdrachtgevers als zelfstandigen. Hoe en wanneer dit voorstel verder wordt behandeld, is nog afhankelijk van het parlementaire proces.
Het bijhouden van deze ontwikkelingen vraagt tijd en expertise. Hoe zorg je ervoor dat jouw organisatie voldoet aan de laatste richtlijnen?
Wij kunnen dit proces begeleiden, de juiste documentatie opzetten en risico’s voor jou beperken. Wil je sparren over de impact op jouw organisatie? Neem gerust contact met ons op!
Neem gerust contact met ons op
Heb je vragen, opmerkingen, of wil je weten hoe wij uw organisatie verder kunnen helpen? Vul het formulier in of bel ons op 0348-490006 voor meer informatie of om een vrijblijvende, persoonlijke afspraak te maken.